Aangifte rechtspersonenbelasting 2024

 
 
VSDC
 
 
 

Aangifte rechtspersonenbelasting 2024

 

Aangifte rechtspersonenbelasting 2024 - nieuwsflash nr. 210

Ook dit jaar (aanslagjaar 2024, inkomsten 2023) zijn vzw’s verplicht hun aangifte in de rechtspersonenbelasting elektronisch in te dienen. De aangiftes moeten in de meeste gevallen ingediend worden uiterlijk op 30/09/2024. U wacht dus best niet lang meer om de aangifte in te dienen.

Elektronische indiening moet gebeuren via Biztax (https://financien.belgium.be/nl/E-services/biztax). In de rechterkolom kunt u zich aanmelden in biztax. Om de aangifte elektronisch te kunnen indienen, kunt u gebruik maken van uw elektronische identiteitskaart (eID) of inloggen via itsme. U kiest voor aanmelden 'in naam van een onderneming'. 

Bij het opstarten van de toepassing moet u door in de kolom links te klikken op ‘mijn aangiften’ zoeken naar de aangifte van uw vzw. Dit kan door het ondernemingsnummer van de vzw in te vullen, bij aanslagjaar ‘2024' aan te klikken en bij het veld aangifte te kiezen voor ‘RPB’. Indien er bij het klikken op de knop ‘zoeken aangiften’ geen aangifte gevonden wordt, dan moet u de aangifte aanmaken door te klikken op ‘andere aangifte aanmaken’. Indien de aangifte gevonden is, klikt u op 'aangifte openen'. Pas op : bij het vak aangifte staat standaard 'VenB' aangeduid; vergeet dit zeker niet te veranderen naar 'RPB'!

De aangifte bestaat uit volgende tabbladen : ID, 276.5.A, 276.5.B, 274 APT-8, 274 APT-9, 270 MLH en 276 CJC.

Op het tabblad ‘ID’ moet u de identificatie-gegevens van de vzw en de contactpersoon invullen.

Het tabblad ‘276.5.A’ is de aangifte zelf en daar moeten de vakken die voor uw vzw van toepassing zijn ingevuld worden. Belastbare inkomsten (zoals bijvoorbeeld bepaalde onroerende inkomsten, meerwaarden op onroerende goederen, roerende inkomsten, ...) moeten in de respectievelijke vakken op de aangifte vermeld worden. In het vak ‘autokosten ten belope van een gedeelte van het voordeel van alle aard’ moet een vzw die één of meerdere wagens aan personeelsleden of bestuurders of vrijwilligers ter beschikking stelt voor (eveneens) privé gebruik een bedrag gelijk aan 17% van het belastbare voordeel van alle aard invullen. Dit geldt voor de wagens die sinds 1/1/2012 ter beschikking werden gesteld. Dit percentage werd per 1/1/2017 opgetrokken naar 40% indien de vzw eveneens geheel of gedeeltelijk de brandstofkosten vergoedt. Bovendien mag de eigen bijdrage niet langer in mindering gebracht worden van het voordeel alle aard. (meer info vzw-review nr. 181 - juni 2018).

Onder het tabblad ‘276.5.B’ moeten de diverse bescheiden en opgaven toegevoegd worden. Bij de rubriek ‘jaarrekening’ voegt u de gedetailleerde staat van ontvangsten en uitgaven + de staat van het vermogen toe of (indien gewerkt wordt in een systeem van dubbele boekhouding) de balans en resultatenrekening zoals die door de jaarlijkse algemene vergadering goedgekeurd werd. Het is niet aan te raden het boekhoudkundig model voor kleine vzw's die een vereenvoudigde boekhouding mogen voeren (dat moet neergelegd worden op de griffie van de ondernemingsrechtbank) toe te voegen omdat deze documenten te weinig informatie bevatten.

Tabbladen 274 APT-8, 274 APT-9, 270 MLH en 276 CJC moeten enkel ingevuld worden in voorkomend geval.

Nadat alle tabbladen vervolledigd zijn kan de aangifte elektronisch getekend en ingediend worden.

We wijzen op een aantal nieuwigheden ten opzichte van vorig jaar:

1. Belastingkrediet verhoging fietskilometervergoeding.

Uw vzw kan, onder bepaalde voorwaarden, de verrekening vragen van een belastingkrediet voor de verhoging van de fietskilometervergoeding, toegekend aan werknemers in toepassing van CAO nr. 164 voor de woon-werkverplaatsingen met de fiets, die de vzw toekent voor de verplaatsingen gedaan in de periode van 01.05.2023 tot en met 31.12.2024. Dit belastingkrediet moet worden vermeld op regel 1854. Het wordt volledig met de rechtspersonenbelasting verrekend en het eventuele saldo wordt terugbetaald. Vermelding van het IBAN rekeningnummer is zeker ook opportuun.

Voor wie geldt deze regeling? 

Indien een werkgever op 1 juli 2022 nog geen fietsvergoeding toekende, of een lagere vergoeding dan 0,27 euro per afgelegde kilometer, dan kan een compensatie verkregen worden voor de (hogere) fietsvergoeding voor woon-werkverplaatsingen in de periode van 01/05/23 tot 31/12/24. Ga dit even na bij uw sociaal secretariaat. Dit krediet zal niet van toepassing zijn, indien er reeds een bestaande regeling (bv. sector-cao) hieromtrent bestaat. 

Er moet in voorkomend geval een bijlage toegevoegd worden bij de aangifte Rechtspersonenbelasting waarop volgende elementen staan: 

- de referentiefietskilometervergoeding: de fietsvergoeding die u als werkgever voor het woon-werkverkeer toekende op 1 juli 2022. Indien er geen vrijwillige fietsvergoeding op basis van het arbeidsreglement of een individuele overeenkomst was, is de referentiefietsvergoeding in principe 0;

- het aantal afgelegde kilometers in de belastbare periode (ten vroegste vanaf 1 mei 2023 en beperkt tot maximaal 20 km enkel traject);

- tot slot de vermelding opnemen dat “de verhoging van de fietskilometervergoeding uitbetaald voor de bovenvermelde kilometers niet door derden vergoed werd”.   

2. Rapporteringsplicht huur – formulier 270 MLH (zie vzw-review nr. 211, blz. 7). 

Tabblad 270 MLH moet worden ingevuld door de vzw die huurder is van een onroerend goed of houder is van een recht van opstal, een recht van erfpacht of een ander zakelijk gebruiksrecht op een onroerend goed, tenzij een factuur of een document in de plaats ervan werd opgesteld volgens art. 307, § 2/2, vierde lid, WIB 92.

Te vermelden gegevens op de bijlage: 

- Identificatiegegevens verhuurder (of verlener recht): naam, adres, rijksregisternummer of ondernemingsnummer 

- Adres onroerend goed

- Betaalde of toegekende bedragen, rekening houdend met: 

            o          Afzonderlijke vergoedingen inzake huur roerende goederen moeten niet vermeld worden. Gezamenlijke vergoedingen (combinatie onroerende en roerende, bv. gemeubelde verhuur) worden best volledig opgenomen (zonder uitsplitsing te maken).

            o          Voor vzw’s moeten geen aftrekbare bedragen vermeld worden.

De Administratie benadrukt dat er een formulier '270 MLH' moet worden ingevuld "per onroerend goed". Als de te vermelden (huur)vergoedingen betrekking hebben op meerdere onroerende goederen en/of meerdere (huur)overeenkomsten, moet de aangifte dus meerdere bijlagen bevatten.

Daarnaast heeft het voor de rapporteringsverplichting geen belang dat het onroerend goed niet gedurende het volledige belastbare tijdperk is gehuurd. Ook huurovereenkomsten (of zakelijke gebruiksrechten) die in de loop van het belastbare tijdperk worden beëindigd of van start gaan, vallen onder de rapporteringsverplichting.

Momenteel voorziet de wet in één uitzondering op de rapporteringsplicht: de verplichting geldt niet wanneer het gaat om huurvergoedingen en vergoedingen voor een zakelijk gebruiksrecht die verbonden zijn aan de leveringen van goederen of diensten verricht door een belastingplichtige gevestigd in de EER waarvoor volgens de toepasselijke BTW-reglementering daadwerkelijk een factuur of een document in de plaats ervan werd opgesteld. 

3. Juridische constructie.

De aangifte vraagt zoals voorheen om aan te duiden of de belastingplichtige de oprichter van een juridische constructie is, dan wel of de belastingplichtige in het belastbare tijdperk een dividend of op om het even welke wijze, enig ander voordeel heeft verkregen van een juridische constructie (code 5510).

In bevestigend geval moeten nu de gegevens m.b.t. de juridische constructie (de volledige naam, de rechtsvorm, enz.) niet meer worden vermeld in de aangifte zelf. Vanaf dit aanslagjaar moeten de gegevens per juridische constructie worden vermeld in de nieuwe bijlage 276 CJC die bij de aangifte moet worden gevoegd. In die bijlage moeten méér gegevens worden vermeld dan voorheen het geval was in de aangifte. Zo moeten bv. ook het bedrag van het vermogen van de juridische constructie op het einde van het belastbare tijdperk worden gemeld, het deel van het vermogen dat door de oprichter werd ingebracht, enz. (art. 307, § 1/3 WIB 1992).         

Bij vragen omtrent het indienen van de aangifte en de dienstverlening die wij hierbij aanbieden, aarzel dan niet om ons te contacteren. In tegenstelling tot vorige jaren, is er heel wat administratie vereist indien u wenst dat onze diensten voor u de aangifte indienen. Voor aanvragen die bij onze diensten binnen komen na 10/09/2024 kunnen wij niet garanderen de aangifte nog tijdig te kunnen doen.