Verenigingswerk 2021 - enkel voor de sportsector
Het Grondwettelijk Hof heeft in april het verenigingswerk afgeschaft met ingang van 1 januari 2021.
Specifiek voor de sportsector werd eind 2020 alsnog aan een tijdelijke regeling gewerkt, met volgende modaliteiten:
- De regeling is voorlopig enkel van toepassing op het verenigingswerk in de sportclubs en zal maximaal een jaar gelden.
- Het plafond van 6.000 euro per jaar (te indexeren) blijft behouden, maar is niet vrij van lasten: er geldt een sociale bijdrage van 10% op de inkomsten ten laste van de verenigingen én een fiscale heffing van 10% op de inkomsten, te betalen door de verenigingswerker.
- De voorwaarde dat men vier vijfden aan de slag moet zijn, vervalt.
- Er mag gemiddeld per kwartaal max. 50u verenigingswerk per maand uitgevoerd worden.
- Er worden tot slot regels opgelegd inzake uurroosters, gewaarborgde rustpauzes en beperkte opzegtermijnen en -vergoedingen.
De regering zal later een definitieve regeling uitwerken voor de andere sectoren.